Na dertig jaar inzet voor de eigenwaarde van mensen die het niet breed hebben en hen te leren voor zichzelf op te komen, ziet de vzw De Dorpel het aantal mensen in armoede toenemen. Voorzitter Patrik Bulteel vat het kort samen: “Er zijn meer bezoekers, meer maaltijden, meer allochtone bezoekers, meer dakloze bezoekers en meer vrijwilligers. Maar we krijgen minder subsidies.”
Dertig jaar nadat Suzanne Dinkhuizen en Erna Franssens begonnen met lees- en schrijfgroepen voor mensen die hun lagere school niet hadden afgemaakt, vond De Dorpel zijn onderkomen in een nieuw gebouw.
De lees- en schrijfgroep bestaat nu nog, maar de vzw De Dorpel, die eruit voortkwam, is uitgegroeid tot een begrip in Herentals: de vzw die mensen in armoede erkent en groeikansen biedt, onder meer via vorming en scholing. “Vzw De Dorpel is een ontmoetingsplaats, met gelegenheid voor een persoonlijk gesprek, een luisterend oor en een gezellige babbel. Iedereen is er welkom ongeacht leeftijd of overtuiging”, zegt medevoorzitter Erna Franssen.
Leven vol engagement
Erna Franssen (85) kun je moeilijk een gebrek aan sociale inzet verwijten. Ze stampte mee de scouts- en gidsengroep van de 5de en 12de Kempen uit de grond. En ze zet zich al dertig jaar in voor mensen die om een of andere reden op de parking van het steeds sneller voortrazende leven zijn beland.
“Bij de start van De Dorpel zijn we begonnen met een praatgroep voor vrouwen”, vertelt Erna. “We hadden niet eens een bestuur. We hebben dat tien jaar volgehouden. Toen reclameerden de mannen en zijn we ook voor hen met een praatgroep begonnen. Ik vind het gewoon fijn om andere mensen te leren kennen. Voor sommige van onze oudere bezoekers is De Dorpel echt hun thuis.”
Het begon met een paar vrijwilligers, De Dorpel telt er nu zeventig. “Onder hen zijn er ook heel wat mensen uit onze doelgroep”, zegt coördinator Ellen Govers, de enige betaalde kracht. “Dat is een bewuste keuze, want ook die mensen moeten weer begeleid worden, maar het geeft de kans om die mensen op te waarderen en hen groeikansen te geven.
Dat is ons gelukt met vallen en opstaan. Het vergt aan de ene kant inlevingsvermogen om met hun beslommeringen rekening te houden, maar aan de andere kant ook om iets van hen te verwachten.”
Steeds meer bezoekers
Ondertussen is het aanbod in De Dorpel vertienvoudigd: van een taalgroep over een hobbygroep, een praatgroep in samenwerking met De Fakkel vzw (de vereniging waarin armen het woord nemen, red.) en recent zelfs een poëziegroep.
Die grote inzet van de vrijwilligers heeft zijn reden: er kwamen de afgelopen vijf jaar steeds meer mensen bij die in de armoede verzeilden.
“Onderzoek wijst uit dat 10% van de Vlamingen in financiële problemen zit. Als je dat op Herentals projecteert, dan besef je dat wij lang niet alle Herentalsenaren bereiken”, zegt Patrik Bulteel. “Desondanks groeide het aantal mensen dat we hier per jaar zien passeren van twee- à driehonderd vijf jaar geleden tot vijfhonderd vandaag.
Onder die ‘passanten’ zijn ook mensen die het statuut van ‘artikel 60’ hebben (mensen met een leefloon die tijdelijk binnen het OCMW tewerkgesteld worden, red.), en eenzamen. Bij al die mensen is er wel iets dat het hen moeilijk maakt om op de arbeidsmarkt te komen. De armoede groeit dus ook in Herentals.
Een groeiend aantal mensen heeft minder mogelijkheden ter beschikking om zich staande te houden. We zien ook een toename van het aantal fysieke en psychische problemen en van beperkingen die in onze maatschappij niet meer worden aanvaard. Wij bereiken hier mensen die het OCMW niet bereikt, ook dakloze Herentalsenaren. Voor hen hebben we hier en douche, een wasmachine en een droogkast geïnstalleerd. Bij ons moeten die mensen zich niet als dakloze bekendmaken.”
Erna Franssen: “Wij merken in De Dorpel dat steeds meer mensen uit de boot vallen. Dat is jammer, want eigenlijk zouden wij niet mogen bestaan.”
Migranten
Om weerwerk te bieden en mensen toch de mogelijkheid te geven aansluiting te vinden bij de rest van de maatschappij, organiseert De Dorpel allerlei cursussen. “Zo geven wij bijvoorbeeld ook computerlessen, maar in een trager tempo, omdat we zien dat onze mensen elders niet meekunnen”, legt Ellen Govers uit.
De Dorpel ziet ook de toename van het aantal in financiële ademnood verkerende migranten. “Die zien we vaak voor het eerst in onze kleding- en textielwinkel hier”, zegt Ellen Govers.
“Daar verkopen we erg laag geprijsde kleding. Soms worden ze ook gestuurd door het OCMW of horen ze van ons via De Babbelhoek op de sociale campus, waar mensen met een migratieachtergrond samenkomen. Taal blijft een grote barrière. Daarom doen we hier rondleidingen en organiseren we een buurtfeest. Daarvoor zijn we ons deur aan deur gaan voorstellen.”
De Dorpel wil vooral zijn drempel laag houden. “Hier binnenstappen betekent voor veel mensen ook een stempel: ze maken zich dan zichtbaar”, beseft Patrik Bulteel. “De beste entree voor nieuwkomers is als ze met iemand kunnen meekomen.”
Samenwerking met het CAW
De afgelopen jaren vond De Dorpel een gloednieuw onderkomen. Dat lukte door onder meer het CAW bij de werking te betrekken. Frans Heylen van CAW-Herentals, tevens bestuurslid van de vzw, zag direct de meerwaarde van de samenwerking. “Zo werd het vangnet vergroot: wij begeleiden individuele dossiers, die ons onder meer door het OCMW worden aangereikt, maar we kunnen die nu ook in contact brengen met De Dorpel.
Dat is voor iedereen een win-winsituatie: het CAW kreeg er een extra doelgroep bij, De Dorpel heeft een nieuw en groter huis en de stad moet minder betalen. Pluspunt is dat onze buren hier het Wijkgezondheidscentrum zijn. Als die dokters binnen een jaar of twee genoeg patiënten hebben om zelfbedruipend te zijn, dan kunnen zij verhuizen naar een andere locatie en kan De Dorpel dat gebouw in gebruik nemen.”
Geldgebrek
Ondanks de successen is het voor De Dorpel een constant gevecht om aan de nodige financiering te komen. “Onze jaarwerking beloopt 60.000 euro. We krijgen 20% toelagen van de Vlaamse overheid en van de stad, maar de rest – elk jaar 40.000 euro – moeten we zelf bijeen harken”, zegt Patrik Bulteel.
“Gelukkig zijn er een paar bedrijven die ons ondersteunen, maar daar zouden we er graag wat meer van hebben. Het is erg moeilijk om tot bij zaakvoerders te geraken en hen er dan ook nog eens van te overtuigen om ons te steunen.
Daarom staat onze rekening soms in het rood. Meer geld vragen voor onze maaltijden hier – vier dagen per week een middagmaal aan 5 euro of 2,5 euro indien met verhoogde tegemoetkoming van het OCMW – dat kan niet. Dat kunnen onze mensen niet betalen. Dus scheuren we onze broek aan de maaltijden die we hier aanbieden.
We proberen de gaten dicht te fietsen door een pannenkoekenbak en andere acties. Maar gezien het immer groeiende aantal mensen dat bij ons over de vloer komt, zouden we ook wel wat meer subsidies mogen krijgen.”
Bron GVA - Marc helsen - 06/09/18 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden – Nnieuws License2Publish